Deze roman uit 1907 speelt zich af op een West-Vlaamse zeekleiboerderij tegen het eind van de 19e eeuw. Overheersend element is de natuur, met name het werk van de boer daarin, in dit geval de vlasteelt. Boer Vermeulen heerst nog autoritair over zijn bezittingen, maar de nieuwe tijd kondigt zich aan in de opstandigheid van zijn zoon Louis; ook trouwens in de houding van zijn vrouw Barbele tegenover haar man. De opstandigheid van Louis en de afhankelijkheid van het weer vormen de noodlotselementen in het boek. De loop der gebeurtenissen is eenvoudig, evenals de psychologische schildering, al is de laatste krachtig genoeg. De stijl is trefzeker schilderend. Een literaire streekroman. De tekst van deze uitgave in moderne spelling is overgenomen uit het Volledig Werk (1971-1973. Stijn Streuvels, pseudoniem voor Franciscus Petrus Maria (Frank) Lateur (1871-1969), wordt wel gezien als een van de grootste Vlaamse schrijvers, met als thematiek de kleine man die vecht tegen het noodlot, vaak gesitueerd in de West-Vlaamse klei. Aan deze veertigste druk (2021) is een inleiding door Koen Peeters toegevoegd. In de eindnoten een uitgebreide verklarende woordenlijst van de meest voorkomende Vlaamse woorden.